34 weken zwanger? Alles wat je moet weten en kunt verwachten

  • 12 juni 2023
  • Geschreven door: René Dekker
  • Leestijd: 3 minuten

Met theoretisch nog slechts 6 weken te gaan, is jouw kindje bijna helemaal rijp. Dat wil zeggen dat hij er in week 34 bijna klaar voor is om de baarmoeder te verlaten en een stap te zetten in de grote, wijde wereld. In de resterende weken van je zwangerschap zal hij nog een flink stuk aansterken met een heuse groeispurt.

Bijna klaar

Je komt nu stilaan in een fase waarop je kan stellen dat het lichaam van je baby helemaal rijp is. Dat betekent dat de ontwikkeling van en in zijn lichaam bijna klaar is. Zijn nieren en bijnieren werken nu en de rijping van de longen gaat onverminderd verder. De nageltjes aan zijn vingers zijn inmiddels zo ver gegroeid dat je een babynagelschaartje aan je uitzet mag toevoegen. De nagels aan zijn tenen groeien overigens iets minder snel. In deze 34e week ontwikkelt jouw kindje ook een eigen immuunsysteem om lichte infecties te kunnen bestrijden, waarmee hij in aanraking kan komen na de geboorte.

Een laatste groeispurt

Hoewel je kindje nu al zeker 2,5 kg weegt, zal hij in de komende weken nog een heuse groeispurt doormaken. Hij zal met circa 200 tot 300 gram per week toenemen in gewicht. Wellicht ga jij nu stilaan met zwangerschapsverlof, en kan je het zelf iets rustiger aan doen. Bedenk dan dat je je kindje er ook een groot plezier mee doet. Als jij het rustiger aan doet, geef je je baby extra mogelijkheden om nog even flink verder te groeien.  Omdat je zoon of dochter nu zo groot is, worden de bewegingen trager en logger. Het zwemmen en kopje duikelen in het vruchtwater zijn absoluut niet meer mogelijk.

Ieder een eigen bloedgroep

In deze laatste fase van de zwangerschap stroomt er iedere minuut circa een halve liter bloed door de placenta, die nu 2,5 cm dik en 20 cm groot is. Op die manier wordt je kindje van alle benodigde stoffen voorzien. Deze placenta is overigens ook een onderdeel van jouw kindje, met slechts een heel dunne scheidingswand om de bloedomloop van jezelf en je baby te scheiden. Er vindt dus een gemakkelijke uitwisseling plaats van stoffen, maar zonder dat er sprake is van een vermenging van het bloed van je kindje, met dat van jou. Jullie hebben ieder een eigen bloedgroep, die dus niet dezelfde hoeft te zijn.

Ingedaald

Heel wat baby’s zijn deze week al ingedaald. De meesten liggen dan met hun hoofd naar beneden. Slechts 3 tot 4 procent van de baby’s ligt met de benen of billen in de richting van de baarmoederhals. In dat geval spreken we van een stuitligging. Omdat dit niet de ideale manier is om de bevalling in te gaan, zal je arts of verloskundige proberen om het kindje handmatig in de juiste richting te draaien. Dit keren gebeurt veelal in het ziekenhuis. Het is immers niet zonder enig risico en de gezondheid van jou en je kindje moet dan ook zorgvuldig in de gaten worden gehouden. Hieronder gaan we er nog wat dieper op in.

Als je zwanger bent van een tweeling, kan je wellicht op een echo zien dat slechts 1 kindje is ingedaald. Het andere blijft nog even hogerop vertoeven, om gebruik te maken van de vrijgekomen ruimte.

Stuitligging in vele varianten

Bij een bevalling is het van groot belang hoe de baby ligt. De meeste baby’s liggen in een kruinligging, oftewel met het hoofd naar beneden. Dat is het meest ideale scenario. Als jouw baby niet voor deze houding kiest, kunnen er diverse varianten optreden. Bij een volledige stuitligging ligt hij met de billen omlaag, met de beentjes recht omhoog en plat tegen het gezicht. Het kan ook zijn dat een of twee van de beentjes omlaag liggen; in dat geval hebben we het over een voetligging. Bij een dwarsligging tenslotte, ligt de baby zijdelings in de baarmoeder. Het hoofdje van de baby wijst naar de heup van de moeder in plaats van naar de baarmoederhals.

Bij iedere vorm van stuitligging zijn er een aantal manieren waarop de baby kan worden omgedraaid. Dit gaat van eenvoudige oefeningen tot acupunctuur. Als je echter in verwachting bent van een koppig kindje dat steevast in stuitligging blijft liggen, zal je arts of verloskundige kiezen voor een meer medisch gerichte aanpak. In ieder geval moet je bij een stuitligging flexibel blijven in je bevallingsplannen. Hou er zeker rekening mee dat de bevalling wellicht op natuurlijke wijze wordt ingezet (vaginale bevalling), maar dat er op een bepaald moment toch moet worden gekozen voor een keizersnede. Dit laatste kan bijvoorbeeld aan de orde zijn als de baarmoederhals te langzaam verstrijkt of als de baby niet geleidelijk omlaaggaat in het geboortekanaal.

Keizersnede

Hoewel een keizersnede vaak een teleurstellend gevoel geeft aan de (aanstaande) moeder, is het een heel veilige manier van bevallen. Het is natuurlijk wel een zware operatie, maar in uitzonderlijke gevallen is het zelfs de veiligste manier voor je kindje om geboren te worden. Hou dat zeker in je achterhoofd, vooral als je een beetje verloren loopt in het doolhof van zorgelijke gedachten over het feit dat je langer in het ziekenhuis moet blijven, dat het herstel moeizamer zal verlopen en dat je er een litteken aan over zal houden.

Hoe dan ook kunnen we stellen dat iedere bevalling, waarbij er een gezonde baby op de wereld wordt gebracht, en in je armen wordt gelegd, gerust ‘een perfecte bevalling’ mag worden genoemd. Met of zonder keizersnede.

Je gaat nu stilaan rekening houden met het feit dat je kindje ieder moment kan worden geboren. Als dat vanaf de komende week 35 gebeurt, heeft hij immers een grote kans om het op eigen kracht te redden. Toch blijven de meeste baby’s nog een tijdje in de warme en veilige baarmoeder zitten, om nog sterker, rijper en molliger op te wereld te komen.