Autisme. Een steeds bekender wordende stoornis. De veel besproken autistische trekjes worden steeds vaker benoemd en lijken bij veel mensen te herkennen. Maar wat is autisme nou eigenlijk en hoe kan je het herkennen? Iedereen heeft wel een “vreemd” trekje en vaak wordt er dan verwezen naar die autist. Zo zei een hoogleraar pedagogiek ooit: iedereen is een autist, iedereen heeft zo zijn eigen manier van doen”.
Maar ook al lijken veel mensen “vreemde” trekjes te hebben, niet iedereen heeft autisme. Autisme is een stoornis die zich in de hele ontwikkeling kan laten zien. Kinderen met autisme kunnen hier moeilijkheden aan ondervinden en de omgeving kan het moeilijk vinden met hen om te gaan. Dus wat is het nou eigenlijk, autisme?
Wat is autisme?
Autisme is een pervasieve ontwikkelingsstoornis en wordt aangeduid als een spectrum. Dit geeft aan dat het een stoornis is in de ontwikkeling en het kan zich dan ook laten zien in veel verschillende aspecten van de ontwikkeling. Spectrum geeft aan dat het om een stoornis gaat die zich erg verschillend kan uiten bij elk individu. Het geeft daarnaast ook aan dat het om een stoornis gaat die veel varianten kent. De meest bekende hiervan zijn het syndroom van Asperger, PDD-NOS en klassiek autisme. Door de verschillende vormen wordt autisme aangeduid als autisme spectrumstoornis (ASS). Hierbij gaat het om een stoornis in de sociale interactie, verbale- en non-verbale communicatie en in de verbeelding. Vaak wordt het bij iemand aangeduid als een stoornis in het autistische spectrum. De diagnose autisme wordt meestal pas echt gesteld vanaf de basisschoolleeftijd. Toch blijkt uit steeds meer onderzoeken dat het al bij een peuter zichtbaar kan zijn, alleen wordt er dan (meestal) niet gesproken over een specifieke diagnose autisme.
Kenmerken van autisme
Ook al gaat het bij autisme om een spectrum, toch zijn er uitingen en gedragingen die kunnen worden omschreven als kenmerken van autisme. Dit kan zich echter op verschillende manieren uitten, in verschillende leeftijdsgroepen. Bij de opsomming van kenmerken moet duidelijk gezegd worden dat het niet om een afvinklijstje gaat. Ouders en anderen kunnen, bijna vanuit een intuïtief gevoel, beseffen dat hun kind “anders” is. De echte diagnose wordt door professionals gesteld. Als ouder kunnen deze kenmerken je wel helpen om het “anders zijn” van je kind misschien beter te begrijpen en het ergens te plaatsen. Dit kan handig zijn als je ervoor kiest om volgende stappen te ondernemen. Het “anders zijn” waar hier over wordt gesproken is niet in de negatieve zin gedoeld, het geeft aan dat het je als ouder op kan vallen dat je kind zich anders gedraagt en andere interesses heeft dan de doorsnee kinderen.
In de vroege kinderjaren lijken kinderen met autisme moeilijker contact te maken. Of andersom: de omgeving kan moeilijker contact met hen maken. Als het kind ouder wordt gaan de sociale contacten een belangrijkere rol spelen. Een tiener met autisme kan dan moeite hebben met contact te leggen en dit te onderhouden. Naast dat een gemiddelde tiener zich al niet begrepen voelt door de wereld, zal een tiener met autisme zich ook bijna daadwerkelijk in een andere wereld bevinden. Iets dat erg veel onbegrip en zelfs irritatie kan opleveren, aan beide kanten.
Mogelijke kenmerken van autisme bij baby en peuters:
- Moeite met lichamelijk contact (optillen, verschonen, knuffelen), zoekt ouder niet op voor affectie, geruststelling of troosten
- Reageert niet of nauwelijks op (glim)lachen en andere uitdrukkingen van ouders
- niet of weinig reageren op de naam, of andere geluiden van ouder
- weinig tot niet geïnteresseerd in anderen,
- minder gebruik maken van gebaren, begrijpt de gebaren van leeftijdsgenootjes en volwassenen niet
- weinig tot geen fantasiespel,
- weinig tot slecht oogcontact,
- is in zichzelf gekeerd en bevindt zich in zijn eigen wereldje.
Mogelijke kenmerken van autisme bij kleuters (4 tot 5)
- Slecht oogcontact
- Weinig interesse in anderen
- Speelt graag alleen, niet graag met anderen
- Reageert anders op emoties van andere kinderen
- Is erg gevoelig voor bepaalde geluiden, geuren en kleuren
- Houdt vast aan vaste patronen, wil hier niet graag van afwijken (in gedrag maar ook in inrichting van de kamers en invullen van de activiteiten)
- Maakt vaak opvallende, ongebruikelijke bewegingen met handelen of herhaalde bewegingen met het lichaam (heen en weer bewegen)
- Geen behoefte aan fantasiespel
- Voorkeur voor ordenen en regelmaat
- Vaak ongebruikelijke voorkeur en interesses voor zijn of haar leeftijd
- Kan dagen aan een stuk bijna geobsedeerd zich op een bepaald voorwerp richten.
Mogelijke kenmerken van autisme bij basisschoolleeftijd (6 tot 11)
- Geen oogcontact, of kijkt langs iemand af
- Speelt niet met andere kinderen (uit zichzelf)
- Geen vrienden of vriendinnetjes van dezelfde leeftijd
- Neemt niet graag deel aan gezamenlijke activiteiten of opdrachten
- Kan zich niet in een andere verplaatsen, kan zich niet voorstellen hoe de ander zich voelt
- Praat monotoon
- Dagen tot weken bijna geobsedeerd bezig zijn met bepaald speelgoed of activiteit
Mogelijke kenmerken van autisme bij middelbare schoolleeftijd (12 tot 17)
- Geen oogcontact
- Weinig emotie in het gezicht
- Weinig tot geen vrienden of vriendinnen, vind het moeilijk om het (sociale) contact in stand te houden, weinig interesse in anderen
- Neemt veel letterlijk, figuurlijk taalgebruik moeilijk of niet te begrijpen
- Houdt van vaste patronen, gewoonten en regelingen
- Reageert op een andere manier dan verwacht in sociale en emotionele situaties
Verschillende vormen van autisme
Klassiek autisme, ook wel kernautisme of Kannersyndroom genoemd, is de eerste vorm van autisme die als dusdanig beschreven werd. Als er sprake is van klassiek autisme zijn vaak de drie kernkenmerken van autisme (sterk) aanwezig: beperking in de sociale interactie, beperking in de verbale- en non-verbale communicatie en problemen met verbeelding en fantasie. In deze klassieke vorm van autisme is er in tachtig procent van de diagnoses sprake van een lage intelligentie of verstandelijke beperking.
Syndroom van Asperger is een vorm van autisme waarbij de overeenkomsten de problemen zijn met sociale interacties en beperkte interesses en activiteiten. Het grote verschil tussen klassiek autisme en Asperger is de spraak-/taalontwikkeling. Kinderen met Asperger kunnen makkelijker leren en praten, maar het begrip van de taal is minder ontwikkeld vooral als het gaat om de taal van anderen en dan met name taal over denken en emoties. Kinderen met Asperger hebben meer behoefte aan vriendschappen en relaties dan kinderen met klassiek autisme. Bij Asperger is er altijd sprake van een gemiddelde tot hoge intelligentie.
PDD-NOS (Pervasive Development Disorder- Not Other Specified) staat voor kenmerken binnen de pervasieve ontwikkelingsstoornis die niet volledig hierin onder te brengen zijn. Kinderen met PDD-NOS laten kenmerken van autisme zien, maar niet alle kenmerken of in mindere mate. PDD-NOS wordt dan ook vaak benoemd als sociale informatieverwerkingsstoornis, een aan autisme verwante contactstoornis. Kinderen met PDD-NOS laten een stoornis zien in de sociale interacties, verbale- en non-verbale communicatie en in de verbeelding. Als gevolg van deze stoornissen laten zij vaker ook een zeer beperkte vorm van interesses en activiteiten zien.
Basis opvoedingstips bij kinderen met autisme
Als je als ouder het idee hebt dat er misschien autisme speelt bij je kind, is het altijd aan te raden je kind door een professional te laten onderzoeken. Daarnaast kan je aan de hand van de volgende tips al een begin maken aan het anders begeleiden van je kind.
- Spreek duidelijke taal, doe wat je zegt en zeg wat je doet, dus geen figuurlijke manier van spreken.
- Vermijd woorden als misschien, snel en straks. Deze zijn niet duidelijk genoeg.
- Zorg voor structuur in het leven van je kind. Op deze manier weet je kind wat hij of zij kan verwachten, wanneer en hoe iets gaat gebeuren, maar ook wat er dan van hem of haar verwacht zal worden.
- Zorg dat je eventuele veranderingen op tijd kan aangeven en geef je kind ook de tijd om dit te verwerken.
- Verwacht niet van je kind dat hij of zij je zal begrijpen met een blik. Zeg wat je bedoelt.
- Maak duidelijke afspraken
- Je kunt gebruik maken van pictogrammen, plaatjes van activiteiten. Dit kan bijvoorbeeld gebruikt worden bij het indelen van de dag.