Autisme: Syndroom van Asperger

  • 12 juni 2023
  • Geschreven door: René Dekker
  • Leestijd: 3 minuten

Meer jongens dan meisjes hebben autisme

Naar schatting heeft 1 op de 166 mensen autisme, of 60 op elke 10.000. Dit stelt onderzoek vanuit het buitenland, aangezien er in Nederland nog niet genoeg aantoonbaar onderzoek is gedaan naar autisme en hoe vaak het voorkomt in Nederland. De Gezondheidsraad (2009) stelt dat deze cijfers voor Nederland ook gehanteerd kunnen worden, aangezien er geen duidelijke verschillen met de bevolking van Nederland is gevonden in het onderzoek. Uit een ouder onderzoek (gezondheidsenquête 2014) zouden, er volgens het CBS, tot 3% van de kinderen tussen de 4 en 12 jaar een vorm van autisme hebben in Nederland. Het aantal kinderen met Asperger in Nederland wordt geschat op 2,5 op elke 10.000. Jongens hebben vaker autisme dan meisjes, zo blijkt uit onderzoek. Voor elke 3-4 jongens met een vorm autisme, zou daar 1 meisje met autisme tegenover staan.

Asperger, wie?

Kinderarts Hans Asperger beschreef in 1944 als eerste een groep kinderen, overwegend jongens, die opmerkelijk kenmerkend gedrag lieten zien. Deze jongens hielden zich erg afzijdig, zochten minder tot geen sociaal contact. Ze praatte vaak monotoner dan de andere kinderen, konden volledig opgaan in een interesse. Maar in tegenstelling tot andere vormen van autisme, was er bij deze jongens sprake van een bovengemiddelde tot hoge intelligente. Maar pas in 1988 werd er door Lorna Wing, een Engelse autismedeskundige, meer aandacht besteed aan de beschrijvingen van H. Asperger. Zij legde zijn beschrijvingen naast haar eigen bevindingen en beschreef de drie categorieën: sociale interactie (relaties), sociale communicatie en sociale voorstellingsvermogen (verbeelding). Daarna introduceerde Wing de term ASD/ASS (autism spectrum disorder/autisme spectrumstoornis), om op die manier meer de verschillende vormen binnen het spectrum in kaart te kunnen brengen.  In 1994 werd Asperger officieel als een aparte vorm van autisme gezien, daarvoor vroeg men zich af of het niet om een hoog functionerende vorm van klassiek autisme ging.

Wat maakt Asperger anders dan Klassiek Autisme?

Asperger is een vorm van autisme, binnen de autisme spectrumstoornis. Net als elke vorm van autisme kenmerkt het zich door de drie onderdelen; een stoornis in de (sociale) verbale- en non-verbale communicatie, de verbeelding en de interactie. Tussen het klassiek autisme en Asperger zijn er een aantal overeenkomsten, maar ook duidelijke verschillen. Het syndroom van Asperger heeft dezelfde kenmerkende problemen met sociale interactie als klassiek autisme. Ook het kunnen focussen op een specifieke activiteit of interesse, is een overeenkomst.

Taal- en spraakontwikkeling en intelligentie

Waar Asperger zich echt in onderscheid is het vermogen in spraak- en taalontwikkeling. Het syndroom van Asperger gaat samen met een bovengemiddelde tot hoge intelligentie. Door deze hoge intelligentie zijn kinderen met deze vorm van autisme vaak beter in staat om zich bepaalde dingen aan te leren. Sociale interacties, die kinderen zonder autisme makkelijk leren, zijn voor kinderen met Asperger moeilijker te begrijpen in eerste instantie. Maar ze zijn door hun hoge intelligentie wel aan te leren. Het kan gezien worden als een extra uitdaging. Kinderen met Asperger moeten niet alleen de gewone schoolstof leren, maar ook bewuster sociale interacties en communicaties aanleren. Ook al hebben ze een beter begrip van taal, de taal van anderen blijft moeilijk. Zie het als de taal op zich die duidelijk en altijd hetzelfde is, prima te doen om aan te leren. Wat het moeilijk maakt zijn de emoties in de taal en spraak. En dan met name die emoties en gevoelens in taal van anderen. Figuurlijke uitspraken zijn vaak lastiger te begrijpen voor een kind met Asperger. Zij nemen veel letterlijk.

Wat wel heel belangrijk blijft als er over Asperger gesproken wordt is, net als met alles, dat het erg kan verschillen per kind, per persoon. Iedereen is uniek en dus ook elk kind met zijn eigen vorm van Asperger of elke andere vorm van autisme. Elk kind heeft zijn eigen eigenheid, wie hij of zij is als persoon. Zo ook een kind dat dan toevallig Asperger heeft. Natuurlijk kunnen de kenmerkende gedragingen en ideeën wel leiden tot moeilijke situaties voor deze kinderen, vooral omdat zij dan niet begrepen worden door hun omgeving.

Onverwachte en afwijkende  situaties: gevoelig voor veranderingen

Kinderen met Asperger kunnen, net als kinderen met andere vormen van autisme, moeite hebben met onverwachte situaties of met dingen die afwijken van de verwachtingen. Fysiek contact kan ook iets zijn waar ze geen behoefte aan hebben of zelfs helemaal niet tegen kunnen. Vooral niet als het onverwachts of ongewenst gebeurt. Door de overvloed aan prikkels die zij binnenkrijgen, kunnen ze ook moeite hebben met omgaan met de situaties. Een kind met Asperger neemt anders waar dan een kind zonder autisme. Ze zien niet alleen andere dingen, maar lijken het ook anders op te nemen. Geuren, kleuren, afwijkende en harde geluiden kunnen een kind met Asperger prikkelen en tot een overvloed van indrukken zorgen.  Dit kan in sommige gevallen leiden tot geweld. De aanname dat alle kinderen met Asperger gewelddadig zijn, is echter onterecht.

Kinderen met Asperger kunnen ook in andere situaties problemen ervaren. Zo kan het zijn dat ze alles graag op een bepaalde tijd doen, op een specifieke manier. Als dan het avondeten later gegeten wordt dan normaal, door onverwachte vertragingen, kan dit voor stress zorgen bij een kind met Asperger.

Details in plaats van het gehele plaatje

Kinderen met Asperger geven uit zichzelf vaak meer aandacht aan details. Waarbij andere kinderen meer naar een heel plaatje kijken, kan een kind met Asperger zich focussen, concentreren op een apart deel, een detail. Dit wil niet zeggen dat een kind met Asperger nooit het grote plaatje kan zien, ze gaan alleen anders om met de informatie en interesseren zich voor andere onderdelen.

Moeilijker te herkennen: latere diagnose

Kinderen met Asperger vallen minder op dan andere kinderen met ASS. Ze zijn vaker sociaal vaardiger dan kinderen met bijvoorbeeld klassiek autisme.  Een kind met Asperger spreekt vaak heel goed, alleen vaak wel met een meer formele toon, bijna als schrijftaal. Ze kunnen snel overkomen als een begaafd kind, met wat sociaal eigenaardige trekjes.

De verschillende aspecten van Asperger kunnen ervoor zorgen dat er vaak pas later een diagnose gesteld wordt. Soms op de basisschool, maar er zijn ook heel wat kinderen met Asperger die pas veel later begrepen worden als iemand met Asperger.

Wat kan je als ouders doen?

Als je als ouder denkt dat er misschien deze vorm van autisme bij je kind speelt, kan je via je huisarts doorverwezen worden. Via deze verwijzing kan je terecht komen bij een instelling of organisatie die een stoornis als deze kunnen vaststellen.

Als er al een diagnose is, kan je vaak via degene die de diagnose heeft gesteld terecht bij een specialist die je als ouder kan helpen met de omgang met je kind. Die jou kan leren hoe je je kind met Asperger kan begeleiden. Daarnaast kan ook je kind hulp krijgen en zo leren om te gaan met zijn stoornis en de uitdagingen die daarbij komen kijken.

Natuurlijk zijn er wel een aantal basis tips voor ouders van kinderen met deze vorm van autisme.

  • Kinderen met Asperger hebben, net als alle kinderen maar misschien nu nog wel meer, behoefte aan duidelijkheid. Je kan als ouder er beter maar niet vanuit gaan dat je boodschap aangekomen is op de manier dat jij hem bedoelde. Ben duidelijk in je taal en spreek je verwachtingen uit.
  • Je kunt gebruik maken van pictogrammen om de dag- en weekindeling aan te geven. door de visuele planning zorg je voor duidelijkheid. Je kind weet wat er verwacht wordt, gaat worden en wat hij of zij moet doen.
  • Voorspelbaarheid geeft houvast en duidelijkheid. Voor een kind met Asperger is dit heel rustgevend. Maar soms gebeuren er ook onverwachtse dingen. Ga hier rustig mee om. Geef ook je kind de tijd om rustig te worden, maar geef daarna duidelijk aan wat er gaat gebeuren.
  • Een kind met Asperger heeft altijd ook sterke kanten, dingen waar hij of zij heel goed in is. Benadruk deze en help je kind zijn sterke kanten te gebruiken, misschien wel om de wat minder sterkte kanten te helpen (ontwikkelen).
  • Geef uitleg en steun. Je kind heeft duidelijkheid en bevestiging nodig. Voor kinderen zonder autisme is het misschien moeilijk een kind met autisme te begrijpen. Maar andersom is het net zo! Je kind kan wel wat hulp gebruiken bij het begrijpen van die rare andere kinderen, kinderen zonder Asperger.
  • Je kind heeft autisme, hij is niet autisme. Het is niet iemands schuld, dus al helemaal niet zijn of haar schuld.
  • Een kind met Asperger begeleiden en opvoeden kan een hele opgave zijn. Het kan veel energie vergen. Probeer dus ook tijd voor jezelf in te delen. Zonder energie kan je er ook niet zijn voor je kind. Denk aan het vliegtuigmasker. Soms moet je eerst voor jezelf zorgen, juist zodat je voor je kind kan zorgen en er voor hem of haar kan zijn.